Mozes, de 10 geboden

Drie maanden na hun vertrek uit Egypte kwamen de Israëlieten aan bij de berg Sinaï. Ze zetten er hun tenten op. Mozes klom de berg op om te bidden tot God. God zei: "Ik heb jullie uit Egypte gered. Nu wil in met jullie een verbond sluiten. Als jullie trouw blijven aan dat verbond, horen wij voor eeuwig bij elkaar."

Daarna ging Mozes weer naar beneden. Hij vertelde wat God hem gezegd had. De Israëlieten maakten zich klaar voor het verbond. Ze wasten zich en trokken mooie kleren aan. Mozes trok alleen terug de berg op. De Israëlieten wachtten.

De berg was gehuld in rook. Toen klonk de stem van God: "Ik ben jullie God. Ik heb jullie uit Egypte geleid, waar jullie moesten werken als slaven. Ik ga met jullie een verbond aan." God gaf Mozes twee stenen platen. Op deze platen stonden de tien geboden van God.

"Jullie moeten een ark maken, een verbondskist." zei God. "Plaats in de kist de twee stenen tafelen van het verbond. Doe een deksel op de kist. Versier ze met goud. Maak draagstokken aan de kist. Zo kuinnen jullie de ark overal meenemen. Jullie kunnen zo blijven denken aan het verbond dat Ik met jullie heb gesloten."

Veertig dagen en veertig nachten bleef Mozes op de berg. De Israëlieten werden ongeduldig. "Waar blijft Mozes?" vroegen ze aan Aäron. Wij hebben een god nodig die ons verder kan leiden. Maak voor ons zo'n god." Toen liet Aäron alle gouden sieraden inzamelen. Hij smolt het goud om tot een stierenbeeld. "Dit is onze god," zeiden de Israëlieten.

Toen Mozes van de berg kwam, zag hij dat de mensen dansten rond een stierenbeeld. Ze zongen voor hun nieuwe god. Mozes werd zo kwaad dat hij de stenen tafelen op de grond aan stukken gooide. "Is het zo dat jullie je dankbaarheid tonen aan God?" riep hij.
